Blogs en video's
Heerser of rentmeester van het Antropoceen?
We leven in een nieuwe tijd! En dat is met grote problemen verbonden…
Sinds het begin van deze eeuw wordt het geologische tijdperk waarin we leven vaak het Antropoceen genoemd. Het vorige tijdperk was het zogenaamde Holoceen, dat ongeveer 12.000 jaar geleden begon en gekenmerkt werd door de aanwezigheid van relatief stabiele klimaatomstandigheden die voor menselijk leven geschikt waren. Maar nu zijn deze omstandigheden fragiel geworden en talrijke onafhankelijke wetenschappelijke studies tonen onmiskenbaar aan dat menselijke activiteiten de oorzaak zijn van veranderingen in het klimaat. De temperatuur op de oppervlakte van de planeet neemt toe, gletsjers en ijskappen smelten, het zeeniveau stijgt, er is een groot verlies aan biodiversiteit en mensen worden gedwongen hun eigen vertrouwde omgeving te verlaten omdat deze overstroomt of juist uitgedroogd zijn.
Dit is de situatie in het Antropoceen: menselijke activiteiten beïnvloeden het klimaat zo ingrijpend dat wetenschappers als Will Steffen en Paul Crutzen spreken over de mens als een global geophysical force en over de aarde als geheel als een planetary-scale social–ecological– geophysical system. Verschillende wetenschappers schrijven aan de mens – in het Grieks antropos – in deze context een dubbele verantwoordelijkheid toe: zowel voor de veroorzaking als voor de mogelijke oplossing van problemen zoals verlies aan biodiversiteit en opwarming van het klimaat. In beide gevallen – zowel veroorzaking als oplossing – lijken religieuze tradities een belangrijke rol te spelen waarbij ik me hier tot het christendom beperk.
Christelijke ideeën
De eerste verantwoordelijkheid betreft het veroorzaken van de problematische omstandigheden in het Antropoceen. In 1967 publiceerde de historicus Lynn White een artikel in het wetenschappelijk tijdschrift Science waarin hij beargumenteert dat de wortels van de ecologische crisis indirect, maar toch aantoonbaar, met het christendom verbonden zijn. Volgens hem werd de ontwikkeling en de inzet van moderne technologieën en het daarmee verbonden intensieve gebruik (en vaak ook misbruik) van de natuur mogelijk gemaakt door ideeën die hij met het christendom verbindt: de natuur is niet goddelijk, de mens heeft een bijzondere en ‘hogere’ status dan andere wezens, dieren en planten zijn voor de mens ‘objecten’ die de mens mag ‘beheersen’ en ‘gebruiken’, de geschiedenis wordt gezien als een proces van ontwikkeling en vooruitgang, enzovoorts.
Het artikel van White is omstreden. Delen van zijn argumentatie werden door andere historici ondersteund, maar zijn collega’s nuanceerden veel van zijn stellingen toch ook en sommige werden ronduit weerlegd. Zijn bijdrage heeft in ieder geval grote invloed gehad. Een van de gevolgen van de bestudering van christelijke theologische tradities in de context van de ecologische crisis in het Antropoceen was de herontdekking van het ideaal van rentmeesterschap en daarmee kom ik tot het tweede aspect van verantwoordelijkheid.
Rentmeesterschap
De verantwoordelijkheid die ik in de vorige sectie noemde gaat over oorzaken van iets wat gebeurde of nu al bestaat – chef-koks zijn bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het lekkere eten dat je in hun restaurants kunt eten. Rentmeesterschap is verbonden met de taak om iets voor de toekomst in een goede toestand te bewaren. Verantwoordelijkheid kijkt hier dus niet primair naar het verleden (wie heeft in het verleden iets gedaan dat de huidige ecologische crisis mede veroorzaakt heeft?), maar naar de toekomst: wie is er verantwoordelijk voor dat zoveel mogelijk biodiversiteit bewaard blijft en de wereldwijde opwarming van het klimaat niet uit de hand loopt?
Delen van de christelijke traditie beantwoorden deze vraag precies zoals de klimaatwetenschapers die het concept Antropoceen introduceerden: deze verantwoordelijkheid ligt bij niemand anders dan bij ons mensen, zoals Will Steffen, Paul Crutzen en anderen het formuleren; mensen zouden moeten handelen als rentmeesters van onze planeet. Dan kan natuurlijk doorgevraagd worden: hebben alle mensen in deze context dezelfde verantwoordelijkheid? Moet ook rekening gehouden worden met de veroorzaking van het probleem en historische en actueel bestaande onrechtvaardige structuren?
Bijbelteksten
Zonder het belang van deze vragen te willen veronachtzamen, is het vanuit een religiewetenschappelijk perspectief vooral interessant dat de interpretatie van religieuze bronnen en tradities door de ecologische crisis en door bijdragen als die van Lynn White beïnvloed lijkt te worden. Opmerkelijk is daarbij dat dezelfde Bijbelse teksten die eerder gebruikt werden om de bijzondere (heersende) positie van de mens in de natuur te rechtvaardigen, nu een belangrijke rol spelen om een sterke verantwoordelijkheid van de mens voor het bewaren en beschermen van de natuur te rechtvaardigen. Een bijzondere rol speelt daarbij een kort gedeelte uit het scheppingsverhaal in het boek Genesis. In hoofdstuk 1:26-27 is er sprake van dat God de mensen direct de opdracht geeft de aarde te bevolken, haar onder hun gezag te brengen en over alle dieren te heersen.
Dergelijke teksten werden (en worden nog steeds) op een manier geïnterpreteerd die de mens als beheerser en gebruiker van de natuur begrijpt. Maar het Hebreeuwse werkwoord dat in het Nederlands met ‘heersen’ vertaald wordt speelt een belangrijke rol in de politieke theologie van het Israëlitische koningschap dat duizenden jaren geleden bestond. Daarbij is heerschappij steeds verbonden met zorg voor het welzijn van datgene wat door God aan de koning is toevertrouwd. Goede koningen zullen hun onderdanen dus niet als ‘objecten’ zien die ze kunnen ‘gebruiken’ voor hun eigen kortetermijnbelangen.
Dienovereenkomstig heeft ook de mens – volgens recente duidingen van deze en andere religieuze teksten – geen taak als egocentrische heerser, maar als zorgende rentmeester van de natuur als geheel. Zoals altijd wordt deze positie niet door alle christenen gedeeld, maar als je documenten als de encycliek “Laudato si’. ‘Wees geprezen’ – over de zorg voor het gemeenschappelijke huis” leest, die paus Franciscus in 2015 publiceerde, dan is de transformatie van christelijke tradities in de richting van rentmeesterschap in plaats van beheersing van de natuur onmiskenbaar.
Christoph Baumgartner is Universitair Hoofddocent Ethiek aan het departement voor Filosofie en Religiewetenschappen van de Universiteit Utrecht. Hij werkt vooral op het gebied van politiek en religie, religieuze diversiteit, godsdienstvrijheid en natuur- en klimaatethiek.
Afbeelding: Blue Marble (bron: Wikimedia Commons)