Blogs en video's
Een oude vos nieuwe streken aanleren
Doorlopende ontwikkelingen in het veld van kunstmatige intelligentie bieden de traditionele geesteswetenschappen nieuwe middelen om oude vragen op te lossen. Neem het voorbeeld van auteurschap. Wellicht ontdekt iemand in een vergeten bibliotheek ergens een nieuw manuscript dat beweert geschreven te zijn door Aristoteles. Wat hierna volgt, is dat een expert in de werken van Aristoteles kijkt naar of er herkenbare kenmerken zijn die aanduiden dat het werk daadwerkelijk van Aristoteles is: kenmerken zoals taalgebruik, stijl en ideeën die voorkomen.
Hoewel een normale mens wellicht maanden nodig heeft om dit soort vergelijkingen te trekken wanneer het om een groot manuscript gaat, kan een computer in een paar minuten uitrekenen of dit werk lijkt op bestaande werken die we toeschrijven aan Aristoteles. Bovendien zou een normaal mens maar een aantal eigenschappen kunnen afleiden en vergelijken uit een dozijn teksten, terwijl een computer wel talloze patronen kan ontdekken die Aristoteles eigen waren.
Koranverzen
Het toepassen van kunstmatige intelligentie biedt geesteswetenschappers dus de mogelijkheid om in bepaalde gevallen zowel sneller als nauwkeuriger en breder te werk te gaan. Onderzoek waarvoor met traditionele methodes jaren tijd vereist is, kan nu in een kort tijdsbestek worden uitgevoerd door slimme computertoepassingen te gebruiken. Ook in mijn recente onderzoek heb ik dit ondervonden. Samen met professor Christian Lange ben ik me gaan afvragen hoe vaak vijfenvijftig islamitische juristen naar verzen uit de Koran verwijzen en welke dat dan zijn. Zonder een computerscript was het onbezonnen werk geweest om door iedere pagina te lopen en te noteren welk vers uit de Koran wordt geciteerd en hoe vaak, vooral omdat sommige werken wel uit tien of meer boekdelen bestaan en achteraf bleek dat het om ongeveer veertigduizend citaten ging.
Hoewel het nu makkelijker is om sneller meer te weten door het gebruik van computers, blijft het nog een uitdaging om duiding te geven aan bepaalde bevindingen. Omdat de computer onze vragen beantwoordt, zijn wij mensen alleen in staat om te bepalen of het antwoord ons zint of niet. De computer kan beweren een woord twintigduizend keer te hebben ontdekt, maar niet of dit een zinvolle bevinding is. Deze rol is nog steeds weggelegd voor de mens die achter de knoppen zit.
Doemdenken
Gegeven dit feit ben ik geneigd om sommige vormen van doemdenken die met kunstmatige intelligentie gepaard gaat met een korreltje zout te nemen. Ik snap dat het voor sommige mensen niet een kwestie is of we als mensen worden ingehaald, maar meer een vraag naar wanneer we worden ingehaald. Met andere woorden: voor dit soort personen is het onvermijdelijk dat we als mensen in onbruik zullen raken.
Helaas zal dit ook het geval zijn voor bepaalde beroepen in de samenleving. Als vrachtwagens eenmaal zelfbesturend zijn, zal er natuurlijk geen behoefte meer zijn aan menselijke vrachtwagenchauffeurs. Waarom een vrachtwagenchauffeur betalen, wanneer een computer hetzelfde werk kan doen zonder loon, pauzes of verkeersongelukken? Beweren dat de mens geheel overbodig zal raken is echter een vorm van computers overschatten en mensen onderschatten. Zoals ik al in mijn voorbeeld van de analyse van koranverzen liet zien: computers kunnen veel, maar niet alles.