Blogs en video's
Het is onzin dat de islam een onredelijke religie is
Kort geleden was het weer die tijd van het jaar dat we terugkijken op 11 september 2001. Met de aanslagen van die dag werd de 21e eeuw ingeluid en werd de toon gezet. Als expert van middeleeuwse islamitische filosofie zou ik daar misschien niets over te zeggen hebben. Maar toch.
Al-Ghazali
Het was een vreemde gewaarwording: De gerenommeerde Amerikaanse astrofysicus Neil deGrass Tyson gaf een lezing waarbij hij eerst een afbeelding van de aanslagen liet zien en niet veel daarna een illustratie van een middeleeuwse islamitische filosoof: Abu Hamid al-Ghazali (gest. 1111). Dit is wat hij erbij zei:
“Then you get the influence of this scholar, al-Ghazali. So out of his work you get the philosophy that mathematics is the work of the devil. […] And the entire intellectual foundation of that enterprise collapsed and it has not recovered since.”
Met andere woorden: hier zegt Neil deGrasse Tyson dat er een verband te leggen is tussen al-Ghazali en de aanslagen van 11 september 2001. En hij is niet de enige. Dit is wat de voormalige VVD-politica Ayaan Hirsi Ali erover schrijft:
“Al-Ghazali verafschuwde de oude Griekse filosofen. Hij beschouwde de menselijke rede als een kankergezwel in de islam. (…) Inmiddels zijn negenhonderd jaar verstreken, maar nog steeds wordt Al-Ghazali door veel islamieten beschouwd als iemand die alleen Mohammed boven zich hoeft te dulden. (…) De heropleving van Al-Ghazali’s denkbeelden zien we nu terug in de leerstellingen van groepen zoals Boko Haram, Islamitische Staat en Jemaah Islamya [sic] uit Zuidoost-Azië. Ze hangen het principe van ‘al-fikr kufr’ aan, waarin alleen al het feit dat iemand denkt (en dat denken omvat ook onderwijs, rede en kennis), betekent dat hij een ongelovige (kufr) [sic] is. Of zoals de religieuze politie van de taliban op haar propagandaposters schrijft: ‘Gooi de rede voor de honden; hij stinkt naar corruptie.’”
Ook sijpelen deze ideeën over al-Ghazali door in populaire cultuur, bijvoorbeeld in een boek van Dan Brown:
“Hamid al-Ghazali […] schreef een reeks overtuigende teksten waarin de logica van Plato en Aristoteles in twijfel werd getrokken en waarin wiskunde ‘de filosofie van de duivel’ werd genoemd. Dit was het begin van een samenloop van gebeurtenissen die het wetenschappelijke denken ondermijnden.”
Neem wetenschap serieus
Het tegendeel is waar. Dit is wat Ghazali zelf over wiskunde zegt:
“Het tweede gevaar van de wiskundige wetenschap treedt op bij onnozele islamitische broeders. Zo iemand veronderstelt dat moslim-zijn inhoudt dat je alle wetenschappelijke kennis afwijst. Dat doet hij dan ook, en hij noemt alle wetenschappers onwetend. Hij gaat zelfs zo ver dat hij wetenschappelijke beweringen over zons- en maansverduisteringen verwerpt en beweert dat ook deze kennis strijdig is met de religieuze wet. Als vervolgens iemand die bekend is met het sluitende bewijs over zons- en maansverduisteringen hem hoort praten, dan zal hij natuurlijk niet van gedachten veranderen, maar juist denken dat alle moslims onwetend zijn en alle vormen van wetenschappelijk bewijs afwijzen. Zo iemand ontwikkelt een grotere genegenheid voor filosofie en een grotere afkeer van de islam. Het is dus een buitengewone misdaad tegen onze religie om te veronderstellen dat de islam aanzet tot afwijzing van wiskundige kennis. De religieuze wet spreekt zich nergens positief of negatief uit over deze vorm van wiskundige kennis, net zomin als deze kennis iets te zeggen heeft over religieuze zaken.”
Ik denk dat het citaat voor zichzelf spreekt: Ghazali prijst juist de wiskunde en spoort moslims aan wetenschap serieus te nemen.
Het rechtzetten van dit onrecht heeft meer consequenties dan alleen de geschiedenis serieus nemen. Want wat deGrasse Tyson, Hirsi Ali en Brown doen is een narratief schetsen waarin de islam in onredelijkheid is vervallen en eigenlijk a- of zelfs anti-rationeel is geworden. Dat maakt het zo belangrijk om toch een paar historici achter de hand te hebben om daar iets van te zeggen.
Cornelis van Lit is arabist en filosoof en werkzaam bij de Universiteit Utrecht. In het kader van zijn onderzoeksproject (Veni subsidie) bestudeert hij de ontwikkeling in het denken over ons verbeeldingsvermogen bij Ibn Arabi (1165-1240) en zijn volgers. Samen met Gerko Tempelman vertaalde hij de autobiografie van al-Ghazali (waar bovenstaand citaat uit komt). Kijk voor meer informatie op www.verlostvanonzin.nl. Op 22 september geeft hij een lezing hierover voor het Utrecht Religie Forum: https://www.uu.nl/agenda/lezing-utrecht-religie-forum-al-ghazali-kampioen-of-tegenstander-van-filosofie