Blogs en video's
Moraal als prijs van de vrijheid in een veranderende wereld
Een mens is een kwetsbaar wezen. Dit inzicht is natuurlijk allesbehalve nieuw. Door de eeuwen heen hebben mensen verschillende instrumenten en instituties ontwikkeld om met deze kwetsbaarheid om te gaan. Religie kan het bijvoorbeeld mogelijk maken om om te kunnen gaan met tragische gebeurtenissen die niet of nauwelijks te beïnvloeden zijn (bijvoorbeeld het overlijden van dierbare mensen of de dood in het algemeen).
Vrijheid
Moraal heeft andere functies, onder meer het beschermen van kwetsbare goederen die voor het menselijke leven belangrijk zijn. Wat zijn deze goederen? Voor de hand liggend zijn enkele zaken die met ons lichaam te maken hebben: het leven, voedsel en gezondheid. Andere goederen hebben betrekking tot relaties met andere mensen, bijvoorbeeld familie en vrienden. Vrijheid is ook een goed dat door moraal gewaarborgd en beschermd kan worden, maar wat betekent vrijheid eigenlijk concreet?
Uitgaande van Engelse denkers als John Locke (1632-1704) en John Stuart Mill (1806-1873) beschrijft de liberale traditie vrijheid vooral als de afwezigheid van dwang door andere mensen. Als ik zelf kan bepalen wat ik doe en hoe ik het doe, dan ben ik vrij in deze (redelijk minimalistische) zin van vrijheid als vrijheid van interventie door anderen. Deze vrijheid kan echter nooit onbeperkt zijn. Dit komt omdat mijn handelen ook een interventie in de vrijheidsruimtes van anderen kan betekenen.
Daarmee rijst de vraag waar de legitieme en rechtvaardige grenzen van onze vrijheid liggen en hoe we ons handelen moeten vormgeven om goed met elkaar te kunnen leven. Deze vraag is een van de kernvragen van de moraaltheorie. Dat we hem moeten beantwoorden en dat we regels moeten formuleren voor het uitoefenen van vrijheid is de prijs die we voor onze vrijheid moeten betalen.
Gulden regel
Om dergelijke vragen te beantwoorden gebruiken verschillende culturele en religieuze tradities een principe dat als Gulden Regel bekend staat. In het Mattheüsevangelie staat de Gulden Regel in de vorm “Behandel anderen dus steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen.” Een andere versie wordt aan de joodse rabbijn Hillel (110 v. Chr. – 10 n. Chr.) toegeschreven. Van hem wordt gezegd dat hij de Thora zo kort kon samenvatten dat je er naar kon luisteren terwijl je op één been staat. Met een verwijzing naar de Gulden Regel deed hij dat als volgt: “Datgene wat uzelf haat, doe dat een ander niet aan.”
De Gulden Regel is echter niet zonder problemen. Ze lijkt te suggereren dat iedereen min of meer dezelfde wensen en behoeftes heeft, wat niet altijd het geval is. Daarom hebben verschillende filosofen nieuwe formuleringen van de Gulden Regel voorgesteld. Volgens de Amerikaanse filosoof Harry Gensler moet men bijvoorbeeld ook de eigen wensen en voorkeuren kritisch onderzoeken. Verder moet men zich vooral ook afvragen hoe men behandeld zou willen worden als men in de situatie zou verkeren van degene die met de gevolgen van bepaalde handelingen te maken krijgt.
Nieuwe morele problemen
Opvallend is ook dat de Gulden Regel geen concrete handelingsaanwijzingen geeft. Het stelt slechts waarmee een moreel goede handeling rekening moet houden. Ik moet me in degene verplaatsen die met de effecten van mijn handeling te maken krijgt. Daarna moet ik me afvragen of deze consequenties ook vanuit zijn of haar perspectief goed of tenminste acceptabel zijn. Deze vraag kan alleen beantwoord worden als men voldoende kennis heeft over de concrete context en de specifieke gevolgen van een handeling. Daarom roepen veranderingen in de wereld vaak nieuwe morele problemen op. Ze vereisen dan ook vaak veranderingen van oude gewoontes en traditionele morele normen.
Dat laat de huidige pandemie duidelijk zien: mét een ernstig en besmettelijk virus zijn de legitieme grenzen van onze vrijheden zeer waarschijnlijk andere dan in een wereld zonder zo’n virus. In zo’n geval moeten de regels die aan rechtvaardige sociale interacties ten grondslag liggen heroverwogen of zelfs herschreven worden. De Gulden Regel kan dan nog steeds een leidraad voor ons handelen zijn. Toch moeten we in een veranderende wereld telkens opnieuw onderzoek doen naar de concrete omstandigheden en gevolgen van ons handelen. Soms moeten we dan ook tot nieuwe conclusies komen. Dat hoort bij de prijs van de vrijheid in een veranderende wereld.
Christoph Baumgartner is universitair hoofddocent ethiek aan het departement voor Filosofie en Religiewetenschappen van de Universiteit Utrecht. Hij werkt vooral op het gebied van politiek en religie, religieuze diversiteit, godsdienstvrijheid en natuur- en klimaatethiek.
Afbeelding: Rabbijn Hillel vat de Thora samen terwijl zijn leerling op één been staat (Wikimedia Commons)