Blogs en video's
Technoboeddhisme en Aziatische religiositeit
Boeddhisme is al lang bekend in het Westen. In Nederland is meditatie mateloos populair en veel mensen hebben een boeddhabeeld in de vensterbank of de tuin staan. Boeddhisme wordt geassocieerd met rust, bezinning, en een manier om te ontsnappen uit het dagelijks leven. Deze positieve aspecten worden daarmee vaak in zijn geheel aan “het Oosten” toegeschreven: Azië zou dienen als antidota tegen het jachtige en haastige leven in het Westen, zo luidt de bekende opvatting.
Wie zich echter verdiept in het boeddhisme in Azië, zoals dat daadwerkelijk geleefd wordt, zal vaak verbaasd staan hoe weinig dit beeld van het boeddhisme met de werkelijkheid daar overeenkomt. Terwijl we denken dat we het boeddhisme kennen, blijkt het boeddhisme er heel anders uit te zien dan we soms denken. Zo is meditatie helemaal geen gebruikelijke praktijk in veel Oost-Aziatische landen (in China beschouwen ze het soms zelfs als “Westers”), is de gemiddelde leeftijd van de boeddhistische monniken laag (jonger dan 40) en hebben veel boeddhisten gewoon een smartphone waar ze ook actief gebruik van maken in hun dagelijkse spirituele praktijk.
Smart Boeddhisme
Boeddhisme is sowieso sterk gedissemineerd in Oost-Azië. Op elke straathoek, in elke kapperszaak, in elke snackbar, of noodle-tent kun je wel een boeddhistische, daoïstische, of religieuze beeltenis vinden. Verschillende goden, boeddha’s en boddhisattva’s kunnen daarbij gelijktijdig op de verschillende altaren voorkomen. Vaak staan er bij de beelden kleine offergaven, zoals fruit, sterke drank, sigaretten, of oreo-koekjes. Niet zelden gaan grotere boeddhabeelden tegenwoorden vergezeld van een QR-code. Door met je smartphone deze code te scannen word je dan naar een menu geleid om een kleine financiële offerdonatie te doen aan de goden. Ook is het mogelijk om via een pop-up menu meer over de godheid in kwestie te weten te komen.
Soms gaat dit nog een stap verder. In het Drakenbron Klooster in Peking zijn de meeste jonge monniken opgeleid aan de prestigieuze Tsinghua universiteit in het Westen van de stad – een soort MIT van China. Ze hebben vaak een doctoraat als software-ingenieur en zijn dus bijzonder tech-savy. Het opzetten van een QR-code of een boeddhistische applicatie, daar draaien ze hun hand niet voor om. Maar dit gaat verder: de jonge monniken ontwikkelen ook vormen van kunstmatige intelligentie die de gebruiker in staat stellen om een gesprek te voeren over de leer van de boeddha: de “dharma”. Daarnaast informeert de monnik je over het correcte dieet dat je als boeddhist zou moeten volgen (vegetarisch, en in feite veganistisch), hoe je je tijdens het eten moet gedragen, welke spreuken je kunt opzeggen als er belangrijke levensgebeurtenissen plaatsvinden, en hoe om te gaan met familiale problemen.
Monniken, TikTok, en Techno
Deze KI-software is uiteindelijk gematerialiseerd in een echt KI-robot: Xian’er, de Chinese posthumane boeddhistische monnik waar je mee kan praten en die je onderricht kan geven over alle aspecten van het Chinese boeddhisme. Zulke religieuze robots zie je op meer plaatsen in Azië: in Japan wordt er in een bepaalde Zen-school gebruik gemaakt van een robot-priester. In India is er een robotarm ontwikkeld die goeroes en godheden kan vereren. Ook de monniken zelf maken steeds meer gebruik van technologisch gemedieerde spirituele praktijken. Zo zijn er kanalen van Vietnamese monniken op TikTok, en andere monniken ontwikkelen techno-muziek die de toehoorder in een Zen-trance probeert te brengen.
Dit alles laat vooral zien dat boeddhisme in Azië een levende religie is. Bovendien is boeddhisme in Oost-Azië veel meer dan in het Westen vooral een monastieke religie. Boeddhist zijn betekent vooral: monnik zijn. Leken kunnen dan diensten van boeddhisten afnemen. Getuigen daarvan zijn de actieve chatgroepen op WeChat (vergelijkbaar met WhatsApp) waarop lekenboeddhisten hun ideeën en ervaringen uitwisselen, maar vooral ook een heel arsenaal aan boeddhistische memes en smileys ontwikkelen. Het Taiwanees boeddhisme besteedt ten slotte veel aandacht aan het “humanistische” boeddhisme, met nadruk op postmoderne boeddhistische architectuur, klimaatverandering en ecologie, en met een expliciet maatschappelijke functie. Kloosters zijn daar een soort religieuze conglomeraten met een enorme invloed op de samenleving, en zijn vaak gefinancierd door rijke donoren uit Taiwans chipindustrie. Ook daar hangen boeddhisme en hedendaagse technologie dus nauw met elkaar samen.
Ten slotte zijn deze ontwikkelingen misschien niet nieuw. Misschien was het boeddhisme als leer altijd al een soort algoritme: een probleemoplossend (het probleem: “al het leven is lijden”) stappenplan (het achtvoudige pad), en een technologie van de spiritualiteit. Boeddha, meer dan een spiritueel meester die rust en onthechting onderwijst, kunnen we misschien even goed zien als een antieke Aziatische hightech ingenieur.
Daan F. Oostveen is docent en postdoctoraal onderzoeker, met een specialisatie in nieuwe geesteswetenschappen, comparatieve godsdienstwetenschappen, en posthumanisme