Blogs en video's
‘Never let a good crisis go to waste’
Dit weekend overviel me een drukkend gevoel op de borst, dat, bij afwezigheid van fysieke hartklachten, niet anders was te duiden dan acute stress. Een milde paniekaanval. Toch was het geen angst die me trof, of overwerktheid, neen, de symptomen stemden overeen met wat ik na een reorganisatie ervoer als machteloosheid. Laten we wel wezen: het corona virus bepaalt ons tot de essentie van wie en wat we zijn, en drukt op onze zwakke én sterke knoppen. Dat geldt het individuele zo goed als het sociale: we blijken financieel-economisch mondiaal verstrengeld, maar sociaal economisch en ecologisch kwetsbaar. In het oude Jodendom riep men bij crises – droogte, pest, later vervolgingen door de christelijke buren – een vastenperiode uit. De Mishna, een vroeg Rabbijns document, leert in traktaat Ta’anit (de naam duidt ironisch gezien de dagen dat je niet mag vasten) de voorschriften daaromtrent. Kern is dat een gemeenschap zich onthoudt van gangbaar gedrag, en aandacht besteedt aan gebed en introspectie. Het dragende idee is dat rampen je niet overkomen, maar onderdeel van wat je – filosofisch – het morele universum zou kunnen noemen. Dit virus is inderdaad geen natuurramp, maar onderdeel van ketens van oorzakelijkheid die ons economische, sociale en ecologische leven bepalen. Ons handelen heeft gevolgen, niet alleen individueel, ook collectief. Een fascinerend element in de voorschriften is dat er niet wordt gezocht naar zondebokken, maar dat de draagkracht van de gemeenschap wordt versterkt door collectieve rituelen. Verder is individuele reflectie vereist, om na te gaan wat er mis was en hoe dat beter kan. Zoals de Amerikaanse adviseur van president Obama, Rahm Emmanuel zei tijdens de financiële crisis in 2008: “Never let a good crisis go to waste”! Dat geldt zowel het economische als wat wij het religieuze noemen. Immers, vasten is immers geen magisch ritueel om de goden te bezweren, of een oefening in berouw. Vasten is inkeer, en van daaruit, een begin van omkeer. Alles hangt met alles samen. En religieuze emoties blijken dan een poort tot verandering. Dat blijkt uit het verhaal van Choni ‘de cirkeltrekker’. Hij ontleende zijn naam aan de faam van zijn stoutmoedige pleidooi voor God in tijden van crisis. Hij trok een cirkel om zich heen en weigerde die te verlaten vóór het zou regenen. Bij de eerste druppels verzuchtte hij dat dit niet was waarom hij vroeg. Bij de daarop intredende stortregens dat dit teveel van het goede was, waarop de regens gestaag vielen. Hoogst uitzonderlijk was dat hij vervolgens de regens ook weer wist te stoppen, want, zo stelt het Talmoedische commentaar op deze passage: men bidt niet om een wonder op te laten houden. Blijkbaar had Choni iets speciaals, en dat komt tot uiting in het kriegelige commentaar bij monde van de leidende Schriftgeleerde Shimon ben Shetach: “Ware jij niet Choni geweest, ik had je in de ban gedaan! Maar wat kan ik doen: jij dringt je op bij God en die doet jouw wil, zoals een zoon die aandringt bij zijn vader, en hij doet zijn wil.” (Mishna, Ta’anit 3:8). Radicaal vertrouwen doorbreekt angst, zelfs in tijden van crisis, en Choni leert ons onvermogen te doorbreken: als alles met alles samenhangt, zijn oplossingen kinderlijk eenvoudig. Inderdaad, never waste a good crisis!
30 maart 2010
Eric Ottenheijm
(afb.: Boston, Old South Church. Parabel van de Wijze en Onverstandige Meisjes in Mattheus 25:1-13: de onverstandige meisjes waren niet voorbereid op wat een crisis bleek te zijn. Foto auteur)