Utrecht Religie Forum

Blogs en video's

Mohammedcartoons en de urgentie van de hervorming van omgang met religieuze teksten

De onthoofding van de Franse leraar Samuel Paty en de terreuraanslag in Nice, die drie mensen het leven kostte, hebben het debat over de Mohammedcartoons in Europa opnieuw een dramatische wending gegeven. Deze zorgwekkende ontwikkelingen doen mensen zich opnieuw de eeuwige twee vragen stellen: is de islam verenigbaar met Europese normen en waarden en is deze religie überhaupt te hervormen?

Sceptici en islamcritici, zoals PVV-leider Geert Wilders, zagen weer hun overtuiging bevestigd dat er inderdaad geen plaats is voor de islam in Europa. De terroristen, zo gaat het argument, hebben in principe alleen dat wat er in de islamitische bronnen staat in de praktijk gebracht. Tegenstanders beargumenteren daarentegen dat de terreuraanslagen slechts een manifestatie van de wereldwijde “clash of extremisms” zijn. De terroristen mogen volgens hen in geen geval als vertegenwoordigers van de “ware” islam worden gezien. Maar wat deze “ware” islam precies omvat en wie het gezag heeft om zijn inhoud te bepalen zijn twee vragen die niet zo makkelijk te beantwoorden zijn.

 

Dezelfde bronnen

Het verwarrende element in de cartooncontroverse is dat zowel islamcritici als hun tegenstanders gelijk hebben. De “vreedzame” en de “terroristische” islam zijn allebei op dezelfde bronnen gebaseerd, namelijk de Koran en de profetische traditie (de soenna) van Mohammed. In de primaire teksten van de islam kan men inderdaad verzen en overleveringen vinden die de ene of de andere interpretatie kunnen ondersteunen. Het zijn niet de islamitische teksten op zich die iets zeggen, maar de lezers die deze teksten laten spreken. Welke positie de overhand krijgt en als representatief voor de “ware” geloofsleer mag gelden was steeds afhankelijk van het politieke, sociale en intellectuele klimaat.

Een belangrijke conclusie die ons kan helpen het dilemma omtrent de “ware” islam te ontrafelen is dus het feit dat er meerdere islams zijn, niet slechts één islam. Ook volgens de islamitische leer blijft de sharia (de “goddelijke wet”) in zijn geheel ontoegankelijk voor feilbare mensen. De menselijke interpretatie van de heilige tekst is per definitie alleen maar een poging om te raden wat God bedoeld zou kunnen hebben. Bovendien is “dé islam” een zelfbedacht construct dat alleen als religieuze of ideologische projectie zin kan geven. Vanuit een historisch perspectief is dit construct niet behulpzaam om de complexiteit van de theologische, culturele en politieke ontwikkelingen binnen de islam te begrijpen: iets als de enige ware islamitische norm definiëren leidt er automatisch toe al het andere uit te sluiten en als “onislamitisch” te bestempelen. Deze tendens om de islam te willen standaardiseren is zeker niet nieuw in de religieuze geschiedenis, maar zij kon nooit worden verwezenlijkt. Dit is eigenlijk een zegen omdat het als bewijs geldt dat moslims steeds een zekere “agency” hadden om over de inhoud en vorm van hun eigen religie te onderhandelen.

 

Dialoog of doodstraf

De terreuraanslagen in naam van de islam in Frankrijk hebben zeker voor ophef gezorgd. Veel mensen waren geschokt en hebben meteen ertegen geprotesteerd, waaronder veel moslims die de spiraal van geweld in de naam van hun religie niet meer accepteren. Ook gerenommeerde islamitische geleerden en instituten hebben deze terroristische daden scherp veroordeeld. Zonder de cartoons goed te keuren hebben ze desondanks met één stem verzekerd dat “de islam” zulke vreselijke moorden nooit kan tolereren. Zij beweerden dat de soenna van Mohammed een voorbeeld van tolerantie en acceptatie van de verscheidenheid aan meningen zou zijn. Er mag geen twijfel over bestaan dat de islamitische traditie inderdaad verschillende elementen bevat die mooie ethische principes benadrukken. Deze naar voren brengen in een seculiere, pluralistische context is niet alleen wenselijk, maar gezien de huidige situatie zelfs verplicht.

De uitdaging voor de islamitische gemeenschap ligt echter ergens anders, namelijk in het feit dat dezelfde bronnen ook andere teksten bevatten die het tegendeel prediken en geweld kunnen verheerlijken. Dit geldt met name ook voor bepaalde historische posities van de islamitische jurisprudentie. Een voorbeeld hiervan is dat er consensus is onder de geleerden over de positie dat iemand die de Profeet beledigt met de dood moet worden bestraft, ook al staat een dergelijk oordeel nergens letterlijk in de Koran.

 

“Gematigd”

Men zou kunnen denken dat dit alleen het standpunt van een paar “extremistische” Saoedische geleerden is, maar dat klopt helaas niet. Ook ‘gematigde” geleerden, zoals de Malikitische rechter Iyad al-Yahsabi (gest. 1149), pleitten voor de doodstraf voor diegene die de Profeet bekritiseert of belachelijk maakt. Verder vindt men ook een paar overleveringen waarin de Profeet persoonlijk de moord van personen die hem hadden beledigd goedkeurde, hoewel het normatieve karakter van zulke overleveringen ook binnen de klassiek-islamitische jurisprudentie discutabel is.

In dit licht lijkt het cruciaal te zijn om posities die geweld in naam van de Profeet verheerlijken te hervormen. Dit betekent natuurlijk dat zowel een kritischere beoordeling van deze tradities als hun desacralisering moeten worden toegelaten. Zoals eerder gezegd zijn de meerderheid van deze posities niet per se “dé islam” of “dé sharia”, maar alleen menselijke, feilbare pogingen om de intenties van God te achterhalen. De meeste moslims, met name in Europa, negeren deze uitdagingen, ten eerste omdat ze geen theologen zijn en ten tweede omdat ze alleen maar een bepaalde selectie van overleveringen in de moskeeën te horen krijgen. Deze selectie wordt in de regel zorgvuldig uitgekozen om een pluralistische visie van de islam te ondersteunen die beter tot hun Europese socialisatie zou leiden. Dat is prima zo, maar wat we veel meer nodig hebben is een eerlijke en kritische discussie over zowel de status als de inhoud van deze religieuze tradities, inclusief de primaire bronnen. Dit is de enige manier om de spiraal van religieus geweld in de naam van de islam en de Profeet te doorbreken.

Mehdi Sajid is universitair docent Islam & Arabisch aan de Universiteit Utrecht.

Afbeelding: Hadith: A Collection of Traditions from al-Bukhari