Blogs en video's
Corona en de crisis van de moderne mens
Het hoort bij het wezen van mensen dat ze de wereld willen begrijpen en daar zin aan willen ontlenen. Hierbij spelen verhalen een centrale rol. Mensen ontlenen houvast aan de verhalen die ze maken en doorgeven om zichzelf en hun plaats in de wereld te begrijpen. Deze verhalen zijn onderdeel van een gedeelde verbeelding, en min of meer expliciet. In de huidige crisissituatie heeft de vanzelfsprekendheid van het gewone een enorme deuk opgelopen.
Nadenken
Het begrijpelijke terugverlangen naar het oude normaal gaat gepaard met een kritiek op dat normaal. Behalve het knagende gevoel dat het virus onze wereld behoorlijk in de war heeft geschopt, is er ook het besef dat het idee van de moderne mens als een afgebakend individu dat eigen keuzes maakt zelf aan het wankelen is. Het grote verhaal over voortuitgang en over Europa als lichtende voorloper van de mondiale beschaving heeft op allerlei fronten deuken en scheuren opgelopen. Je kunt in dit verband ook denken aan aan het klimaat en de debatten over het koloniale verleden, discriminatie en racisme in onze etnisch en religieus zo diverse samenleving. Het doormaken van een crisis brengt niet alleen angst en onzekerheid met zich mee, maar zet mensen ook aan tot nadenken over de status quo. En dat nadenken – hoe lastig en ingewikkeld het ook is – biedt nieuwe kansen.
Wat mij in deze crisis het meeste treft is het besef van eigen kwetsbaarheid én potentiële schadelijkheid voor anderen. Mensen zijn veel poreuzer en staan veel minder afgebakend in de wereld dan lang werd gedacht. De coronacrisis roept ons als het ware op om ons mens- en wereldbeeld kritisch tegen het licht te houden en beter in lijn te brengen met de realiteit. Juist omdat corona niet alleen een medisch-virologische kwestie is, maar alle domeinen van de samenleving raakt, zijn ook wetenschappers in de sociaal-culturele wetenschappen hard aan het nadenken over de grote verhalen waarop moderne samenlevingen gebaseerd zijn.
De crisis legt de doorgeschoten idealisering van de mens als wereldbouwer – homo faber – en als gesloten individu – homo clausus – op schrijnende wijze bloot. De nadrukkelijke aanwezigheid van corona als een niet te negeren realiteit dwingt ons als het ware om het thans dominante, liberale mens-en wereldbeeld bij te stellen en de onderlinge mondiale verwevenheid van mensen waarvan het virus zich voor zijn reproductie bedient tot uitgangspunt te nemen.
Passiones
Kennis over religie is een belangrijke inspiratiebron om deze verwevenheid beter te doorgronden. Religies bieden rituele middelen om het openen en afbakenen van mensen jegens anderen en het andere te organiseren. Dit is een spannend gegeven, waarvan ook moderne, niet-religieuze mensen vandaag de dag iets kunnen leren. Het idee dat mensen door geesten en ziektes – opgevat als krachten van buiten – geraakt kunnen worden roept de oude notie van Passiones op. Passiones moet men niet verwarren met passies, want die zijn immers in het binnenste van mensen gelokaliseerd. Passiones verwijzen naar de krachten van de wildernis en goden en geesten die zich van een mens meester kunnen maken.
Het begrip Passiones, aldus de Duitse antropoloog Fritz Kamer, herinnert aan een diepe ervaringslaag van mensen, waarin zij door krachten gegrepen of bezeten worden en zich daaraan onderschikt voelen. Europese talen bewaren volgens hem de restanten of ruïnes van een premoderne kosmologie, waarin buitengewone ervaringen gelden als door externe krachten veroorzaakt. Moderne academische vertogen hebben deze verklaringspatronen door een focus op de handelende mens vervangen, en externe Passiones getransformeerd in interne passies.
In de Europese geschiedenis staan religie en plagen zoals de pest en de pokken in een nauwe relatie tot elkaar. Religies kan men met andere woorden zien als archieven van voorbije pandemieën. Zo werd het passiespel in Oberammergau (Duitsland), voor het eerst met Pinksteren 1643 opgevoerd, midden in de 30-jarige oorlog en over de graven van dorpelingen die aan de zwarte dood overleden waren, teneinde besmettingen door de pokken te voorkomen. In principe elk tiende jaar opgevoerd tot op heden, werd dit traditionele passiespel en befaamde religieus-toeristische show, die – oh ironie – vanwege de coronapandemie naar 2022 moest worden verplaatst.
Zoals Ernst van den Hemel in zijn mooie boek Passie voor de Passie laat zien, waren passiespelen met een soortgelijk doel in Europa tot diep in de moderne tijd populair. Tegelijkertijd lieten moderne noties van het zelf al minder ruimte voor een religieuze omgang met ziekte en leed. Hetzelfde gold voor het gebruik van rituele middelen om goddelijke bescherming daartegen te verkrijgen.
Religie als archief
Als religiewetenschapper en antropoloog bepleit ik uiteraard geen terugkeer naar het religieuze verleden. Het gaat erom dat religie als een soort archief fungeert dat herinnert aan de ervaring van mensen om ondergeschikt te zijn aan een kracht of krachten. Daarmee thematiseert religie een besef van verwevenheid van mensen met elkaar en de wereld en biedt zij mensen handvatten om daarmee om te gaan. Als moderne mensen kunnen we als het ware niet terug in de tijd of naar elders uitwijken. Wel is het mijns inziens van belang dat degenen die, opgeschrikt door Corona, op zoek zijn naar een nieuw verhaal, religie als een archief van ervaringen met besmettingen en ziekte en de voorstelling van een poreus lichaam serieus te nemen.
Juist in het tijdperk van globalisering en digitalisering – verwevenheid bij uitstek – is het van belang om infectie serieus te nemen als een sociaal-politiek verschijnsel en op basis daarvan een realistischer mensbeeld te ontwikkelen. Ik denk dat een indringend besef van die verwevenheid ons anders kan doen denken over wie we zijn en hoe we kunnen en zouden moeten handelen. Ik hoop dat zo’n besef mensen nieuwsgierig kan maken naar andere verhalen uit het religieuze archief over de omgang met ziekte en pandemie, al staat het buiten kijf dat zij deze verhalen niet simpelweg over kunnen nemen. Als het goed is kunnen deze verhalen echter wel een inspiratiebron zijn voor kritische reflectie en het in de steigers zetten van een ander, meer relationeel mens- en wereldbeeld.
Birgit Meyer is hoogleraar religiewetenschap en geeft leiding aan het onderzoeksprogramma Religious Matters in an Entangled World.
Afbeelding: aankondiging passiespel Oberammergau.