Blogs en video's
Abraham: van aartsvader tot islamitische held
De islamitische traditie erkent veel bijbelse figuren als profeet. Het heeft ook een eigen versie ontwikkeld van hun persoonlijkheid en levensverhaal. Doorgaans zegt de Koran heel kort iets over hun profetisch werk; het zijn latere islamitische bronnen die veel uitvoeriger vertellen over hun daden, zoals de Turkse verteller al-Rabghuzi uit de veertiende eeuw. Een voorbeeld hiervan is Abraham, die in de Koran Ibrahim wordt genoemd.
Moedige strijder tegen afgoderij
In de Bijbel is Abraham vooral de stamvader van het latere volk Israël. Binnen de islam wordt Ibrahim een profeet. Net als de andere profeten predikt hij het geloof in één God en strijdt hij tegen afgoderij. In Koran 21: 51-63 valt te lezen hoe Ibrahim de spot drijft met de verering van godenbeelden. Dit loopt eruit dat Ibrahim op een brandstapel wordt gezet. Dan grijpt God echter zelf in en zegt: “Vuur wees koud en ongevaarlijk voor Ibrahim.” Verdere details ontbreken in de Koran.
Die details vinden we wel bij al-Rabghuzi. Ibrahims vader is bij hem een handelaar in godenbeelden geworden. Op een dag moet de jonge Ibrahim voor zijn vader wat beeldjes naar de markt brengen. Hij ontdekt na een sanitaire stop dat een vos over een afgodsbeeld heeft geürineerd. Hij roept daarop uit: “Wat voor God is dat, op wiens hoofd een vos urineert?” De spot die Ibrahim in de Koran drijft met de godenbeelden wordt door Rabghuzi dus met sappige details uitgewerkt.
Moedige strijder tegen tirannie
De strijd van de gelovige Ibrahim tegen de afgoderij van zijn tijd heeft bij Rabghuzi bovendien een andere dimensie: het is ook een strijd met de grote tiran Nimrod. In de Bijbel wordt Nimrod “de eerste machthebber” genoemd. In de islamitische profetenverhalen, en ook bij Rabghuzi, is hij uitgegroeid tot een bijna almachtige heerser over de hele aarde. Hij is een symbool van menselijke tirannie, hoogmoed en arrogantie. Hij is de vorst die op Gods troon is gaan zitten en zichzelf als god laat vereren.
Ibrahim is in dit verhaal de dappere held die tegen deze tiran in opstand komt. Nimrod heeft al vóór de geboorte van Ibrahim een droom over een jongeman die zijn troon omver zal stoten. Hij doet allerlei pogingen om deze gevaarlijke rivaal te laten vermoorden. Steeds mislukt dat, omdat Ibrahim door God en zijn engelen wordt beschermd. De climax van al die executiepogingen is het verhaal over de brandstapel:
Nimrod liet zijn gehele leger vier maanden lang brandhout verzamelen. (…)
Ze gooiden het brandhout op een hoop van een vierkante kilometer en sloten dit terrein af met een muur van Marokkaans leer dat ze hadden ingesmeerd met olie en zwavel. Vervolgens staken ze het vuur aan. Het vuur brandde veertig dagen en veertig nachten. Niemand kon dichterbij het vuur komen dan twintig kilometer. Als een vogel erover vloog verbrandden zijn vleugels en stortte hij neer.
Nimrod bouwde een toren van ijzer en koper en klom erop. Ze zeiden: hoe gaan we Ibrahim in het vuur gooien? Toen kwam de Satan en leerde hen hoe je een katapult moest bouwen. Vóór die tijd bestond de katapult nog niet in de wereld. Ze bonden Ibrahim met zeventig ketenen van ijzer en plaatsten hem op de katapult. Ze zeiden: Ibrahim ben je niet bang? Ibrahim antwoordde: Waarom zou iemand in wiens hart het vuur van God brandt bang zijn voor het vuur van de mensen? (…)
Ibrahim is bij Rabghuzi de held die voor de duivel niet bang is dankzij zijn vertrouwen op God. Dit vertrouwen wordt niet beschaamd. Door de katapult belandt hij weliswaar op de gigantische brandstapel, maar vervolgens klinken uit de hemel de verlossende woorden die ook in de koran te vinden zijn: O vuur wees koud en ongevaarlijk voor Ibrahim. Met een dergelijke goddelijke bescherming zal het niet verbazen dat ook in het vervolg van het Rabghuzi-verhaal de profeet van God zegeviert over de tirannieke heerser Nimrod.
Aartsvader, profeet en held
De figuur van Abraham/Ibrahim heeft een opmerkelijke ontwikkeling doorgemaakt. In de Bijbel is hij de stamvader van het volk Israël. Volgens de Koran is hij een profeet, die predikte over de ene God. In de latere islamitische verteltraditie is deze kernboodschap van de Koran van vele pikante details voorzien. Eén zin van de koran (O vuur wees koud en ongevaarlijk voor Ibrahim) was genoeg om een verhaal van vele pagina’s lang omheen te vertellen. In dat verhaal groeide Ibrahim uit tot een held, die het dapper opneemt tegen de krachten van het kwaad. De bescherming die hij van engelen krijgt maakt hem evenwel onoverwinnelijk. Rabghuzi’s verhaal over de profeet Ibrahim die met een katapult het vuur in werd geslingerd leeft tot vandaag door in islamitische boeken en websites over de heldhaftige profeten.
Nico Landman is universitair hoofddocent aan de Universiteit Utrecht. Zijn onderzoek betreft vooral de Turkse Islam in Europa. Hij geeft les in de bacheloropleiding Islam en Arabisch en de master Religie en Samenleving. Afbeelding: Ibrahim wordt in het vuur gegooid (bron: www.slideshare.net/ftjaffer/prophet-ibrahim-as-44374981).