Utrecht Religie Forum

Blogs en video's

Religie en de Grondwet

Een meerderheid van de inwoners van Nederland – 57,2% volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek – beschrijft zichzelf als niet-religieus. Daarnaast is 31,4% christen, 5,6 % moslim en hangt 5,9% een ander geloof aan. Uiteraard zijn religiewetenschappers sterk geïnteresseerd in de voorstellingen en praktijken van gelovigen. Ook zijn ze geboeid door de manier waarop mensen omgaan met grote existentiële vragen en uitdagingen.

Daarnaast is het echter belangrijk onderzoek te doen naar de ruimte die gelovigen krijgen om hun geloof daadwerkelijk te belijden. Religie gaat immers niet alleen over interne voorstellingen, praktijken en ervaringen, maar ook over de bredere politieke context waarin gelovigen zich, in een almaar meer geseculariseerde wereld, kunnen of mogen uiten. Deze politieke context omvat alle burgers. Daarom zouden ook mensen die zelf geen religie (meer) belijden zich ermee bezig moeten houden om hun samenleving te kunnen begrijpen.

De Nederlandse Grondwet

Of mensen zichzelf nou als religieus of niet-religieus omschrijven, zij hebben allen te maken met de Nederlandse Grondwet, die de grondrechten van burgers vastlegt. De Grondwet regelt de relatie tussen kerk en de staat op een zodanige manier, dat beide bestuurlijk en organisatorisch onafhankelijk zijn. De veel aangehaalde “scheiding van kerk en staat”, waarbij “kerk” betrekking heeft op alle religieuze gemeenschappen, impliceert een seculiere constitutie. Hierbij dient te worden benadrukt dat seculier niet het tegendeel van religieus is en religie dus niet uitsluit.

Een seculiere constitutie, zoals we die in Nederland hebben, reguleert én beschermt religies. Dat komt duidelijk naar voren in Artikel 1 van de Grondwet. Dit artikel verbiedt “discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, of op welke grond dan ook”. Artikel 6 geeft ieder het recht “zijn godsdienst of levensbeschouwing, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet”. Artikel 23, tenslotte, formuleert de vrijheid van bijzonder algemeen vormend onderwijs op een religieuze of levensbeschouwelijke grondslag.

De islam als heet hangijzer

De Grondwet staat in een lange traditie van de regulering van de rechten en plichten van gelovigen in een voornamelijk christelijke samenleving, die sinds de jaren 60 geleidelijk een proces van ontkerkelijking heeft ondergaan. Met de komst van religieuze nieuwkomers in het kielzog van migratie kunnen ook aanhangers van andere religies vanwege het gelijkheidsbeginsel aanspraak op de Grondwet doen. In de afgelopen 20 jaar is migratie en de daarmee verbonden publieke uiting van met name de islam steeds meer een heet hangijzer in de Nederlandse samenleving geworden.

Tijdens de verkiezingen van november 2023 benadrukten met name (extreem)rechtse partijen de islam. De PVV van Geert Wilders neemt in haar verkiezingsprogramma allerlei standpunten in over de inperking van de vrijheid van moslims om hun geloof te belijden. Verschillende politici en commentatoren hebben hierover opgemerkt dat deze inperkingen tegen de Grondwet indruisen.

Zo wil men “geen islamitische scholen, korans en moskeeën”(p. 8) en “Jihad-sympathisanten preventief opsluiten via administratieve detentie” (p. 14). Daarnaast bepleit de partij een “verbod op ritueel slachten” (p. 27), op islamitisch onderwijs met behoud van Artikel 23 (p. 33) en de sluiting van de grenzen voor asielzoekers (p. 45). Deze maatregelen zouden in dienst staan van autochtone Nederlanders, die worden “achtergesteld en gediscrimineerd” (p. 29) en die “weer op 1” moeten komen (p. 45).

Spanning

Het is te verwachten dat in de komende formatieperiode de spanning tussen de grondwettelijk gegarandeerde bescherming van religie en de omgang met (post)migranten scherp naar voren zal komen. Ik zie het als een centrale taak van religiewetenschappers om dit proces nauwkeurig te volgen en te onderzoeken. Ook dienen zij de vrijheid van godsdienst binnen onze democratische orde en – idealiter – open samenleving te verdedigen.

In mijn eigen, lange onderzoekspraktijk besef ik voor het eerst, op een scherpe en nogal ontluisterende manier, dat deze orde minder vanzelfsprekend is dan ik eerder had aangenomen. Bovendien realiseer ik me dat deze orde actief beschermd dient te worden. Juist religiewetenschappers kunnen een belangrijke bijdrage leveren door duidelijk te maken dat een seculiere constitutie religie absoluut niet uitsluit.

Birgit Meyer is hoogleraar religiewetenschap aan de Universiteit Utrecht. Zij geeft leiding aan het programma Religious Matters in an Entangled World (www.religiousmatters.nl). Afbeelding: aanplakzuil in Amsterdam (foto door Irene Stengs).