Utrecht Religie Forum

Blogs en video's

Timothée Chalamet en de Mahdi

Timothée Chalamet keert terug op het witte doek als sci-fi held Paul Atreides, telg uit een uitgemoord koninklijk huis, die op de woestijnplaneet Dune een revolutie ontketent, gesteund door een stam van nobele wilden, de Fremen. Samen vechten ze tegen de intergalactische imperator Shaddam IV en zijn handlangers, de Harkonnens, met als doel diens kolonialistische heerschappij over Dune af te schudden.

Arabieren

Toen tweeënhalf jaar geleden Dune Part One uitkwam, het eerste deel van Denis Villeneuve’s verfilming van Frank Herberts vermaarde roman uit 1965, waren de critici en het publiek, inclusief ik zelf, het eens: scenario, camerawerk, decor, muziek, acteurs – allemaal prachtig. Een meesterwerk. Maar Dune Part One kreeg flink kritiek op zijn casting, met name vanwege de diversiteit.

De Fremen zijn overduidelijk Arabieren: ze wonen in de woestijn en spreken een taal doordrenkt met Arabische woorden. Geen enkele belangrijke acteur in Dune Part One kwam echter uit de Arabische wereld. Een vooraanstaande Fremen-vorst werd vertolkt door de Spanjaard Javier Bardem. Volgens de critici was Dune Part One gewoon niet divers genoeg.

Moslims

Wat veel minder expliciet aan de kaak gesteld werd, was dat de film niet islamitisch genoeg was. Dit zou een redelijk punt van kritiek geweest zijn, want Frank Herberts Dune zit bomvol verwijzingen naar de islam. Alleen: hiervan blijft in Villeneuves versie op zijn zachtst gezegd weinig over.

De heroïsche Fremen in Herberts verhaal zijn in feite moslimkrijgers, zij het uit de verre toekomst, maar zonder twijfel islamitisch: ze zijn naar eigen zeggen van “Sunni” afkomst, “people of Misr” (Ar. misr = “Egypte”), ze hebben hun “Shari-a” (Ar. shari’a), ze citeren uitspraken van de Profeet Mohammed, ze zijn zelfs bekend met de zogenoemde “bi-la kayf”-doctrine uit de klassieke islamitische theologie (Ar. bi-la kayf = “zonder hoe”). Dit laatste verwijst naar het idee dat God bepaalde attributen heeft en dat mensen hierin dienen te geloven zonder zich af te vragen hoe die attributen er precies uit zien. In de mythologie van de Fremen is er een “Shaitan” (Ar. shaytan = “duivel”) en ze geloven in de djinn.

De heilige boeken van de Fremen hebben titels (“Kitab al-Ibar” en “Kitab al-Azhar”) die sterk doen denken aan bekende werken uit de middeleeuwse soefistische literatuur. Hun kosmologie kent een “alam al-mithal” (Ar. ‘alam al-mithal = “wereld van het beeld”), een soort tussenwereld waarin de heiligen visioenen hebben en “waarin alle limieten zijn opgeheven”. Dit is een concept dat voortkomt uit de laat-middeleeuwse islamitische mystiek in de trant van geleerden als al-Soehrawardi (gest. 1193) en Ibn al-Arabi (gest. 1240).

Mahdi

Tenslotte treedt Paul Atreides, de aanvoerder van de Fremen, als Mahdi op, dat wil zeggen als een islamitische verlosserfiguur, zoals er veel dergelijke verlosserfiguren zijn in de islamitische geschiedenis. Paul doet denken aan Mohammed Ahmad, de Mahdi uit Soedan, die in 1881 een opstand uitriep om een einde te maken aan de Egyptisch-Britse heerschappij over zijn land.

In Herbert’s roman noemen de Fremen Paul “Caid” (Ar. qa’id = “leider”), “Muad’Dib” (Ar. mu’addib = “leraar”), “Baraka” (Arab. baraka = “zegen”), “Lisan al-gaib” (Ar. lisan al-ghayb = “stem uit het onzichtbare”) en vooral “Mahdi” (Ar. mahdi = “rechtgeleid”). In islamitische teksten over de apocalyps helpt de Mahdi aan het einde der tijden de moslims aan de macht over alle niet-moslims door middel van een alomvattende jihad. Dat is precies waarmee de Fremen in Herbert’s roman bezig zijn: een “jihad”.

Villeneuve gaat in Dune Part One nauwelijks in op de islamitische achtergrond van de Fremen-cultuur. Hooguit zijdelings wordt Paul als “Mahdi” betiteld, veel vaker als “Lisan al-gaib” (een uitdrukking die de gemiddelde bioscoopganger toch niet begrijpt of kan plaatsen). En de strijd van de Fremen wordt zeker niet “jihad” genoemd. In plaats daarvan hebben Villeneuve’s ontislamiseerde Fremen het steevast over een “holy war”. Villeneuve komen de islamitische motieven van Herberts boek kennelijk ongelegen.

Fundamentalisten

Nu is er dus het tweede deel van Dune. Het is weer een imposante film. Is er, qua islam, iets veranderd? Het antwoord op deze vraag is eenvoudig: nee. We zien de “fundamentalistische” Fremen-stammen van de zuidelijke helft van de planeet een keer bidden. Javier Bardem zegt dat er “djinn” huishouden in de woestijn. En hier en daar valt het woord “Mahdi” (weer wordt er veel vaker over de “Lisan al-gaib” gesproken). Dat is het zo’n beetje.

Eigenlijk was het tweede deel van Dune, dat toch vooral over de Fremen gaat (in tegenstelling tot het eerste deel, dat primair om de Atreides-familie draait), een kans geweest om de islamitische dimensies van Herberts verhaal voor het voetlicht te brengen. Maar Villeneuve kiest voor de makkelijke oplossing: hij negeert de islam zo veel mogelijk.

Jihadisten

Uiteraard is Villeneuve niet verplicht om de roman van Herbert op de letter te volgen. En wie het verhaal van Dune kent (met name de voortzetting van het verhaal van Part One en Part Two, getiteld Dune Messiah), weet ook dat het uiteindelijk niet goed afloopt met Paul Atreides en de Fremen. De Fremen ontwikkelen zich tot fanatiekelingen, die het hele universum met hun jihad teisteren. Er heerst ellende en geweld.

Daarom is het achteraf bezien misschien toch goed dat Villeneuve de Fremen niet als moslims heeft neergezet. Op die manier krijgen we tenminste niet het stereotype voorgeschoteld van de fanatieke moslim-jihadist. En Timothée Chalamet (aka Paul Atreides) wilde sowieso nooit de Mahdi worden.

Christian Lange is hoogleraar Islam & Arabisch aan de Universiteit Utrecht. Afbeeldingen: Wikimedia Commons.