Utrecht Religie Forum

Blogs en video's

De hond in de mystieke islam

Zelfs wie niet veel weet van de islam, weet vaak wel dat in de meeste islamitische tradities de hond als onrein wordt beschouwd. Er zijn uitzonderingen, zoals waakhonden, herdershonden en jachthonden, maar de hond is geen gezelschapsdier. Althans, dat is het gangbare idee in het Westen. In het soefisme is de hond een symbool van het lagere zelf en staat ook voor nederigheid. Maar vanuit de mystieke islam is er ook een andere benadering van de hond.

Islamitische mystici, of soefi’s, behandelen dieren met respect. In veel soefi-teksten komen we anekdotes, metaforen en allegorieën tegen waarin mystici hun mededogen voor dieren tonen. In deze blog verwijs ik naar een paar voorbeelden van hoe Perzische mystici met honden omgaan. Deze mystici zijn waarschijnlijk beïnvloed door de pre-islamitische Perzische cultuur, waarin mensen honden vereerden.

Geneeskrachtig

Volgens de oude Perzische volksetymologie zou het woord voor hond, sag, zijn afgeleid van seh-yak of “een derde,” omdat een derde van de essentie menselijk zou zijn. In het Zoroastrisme, de oude religie van Perzië, respecteerde men honden en hielpen ze bij rituelen zoals sag-did (“gezien door de hond”). Hierbij moest een hond naar een lijk kijken om besmetting af te wenden voordat het lijk in de rustplaats werd gelegd en om deze wereld te verlaten naar de volgende.

Zoals Mahnaz Moazami uit Denkard, een encyclopedie van het Zoroastrisme, citeert: “Wanneer een hond naar het open gezicht van een lijk kijkt, heeft zijn blik de kracht om de demonen van de dode materie in het lichaam in te sluiten en te voorkomen dat ze ontsnappen en de levende wereld besmetten.” Men geloofde dat honden de kracht hadden om Nasu, een demon, de grootste vervuiler van de wereld van de Goede God, Ahura Mazda, af te weren.

Symbool voor de ziel

In een eerdere blog heb ik een verhaal besproken waarin Jezus een dode hond ziet en zijn tanden prijst, die glanzen als parels. De parel symboliseert de ziel, die voortleeft voorbij het lichaam. Een soortgelijk idee komt voor in de Samenspraak der Vogels van de mystieke dichter ‘Attar (gest. 1221), waarin hij de hond gebruikt als symbool voor de ziel.

In dit verhaal vraagt een koning aan zijn dienaar om hem zijn geliefde hond te brengen. Als de bediende de hond aan de lijn leidt, stopt het dier om op een bot te knagen in plaats van gretig naar zijn meester te rennen. Ontstemd beveelt de koning de hond vrij te laten om voor zichzelf te zorgen. Na verloop van tijd keert de hond echter terug naar de koning en realiseert hij zich dat hij echt van hem is.

In dit verhaal vertegenwoordigt de hond de ziel en de koning symboliseert God. De afleiding van de hond door een bot weerspiegelt de gehechtheid van de ziel aan triviale wereldse zaken. Als gevolg hiervan neemt God afstand van de ziel en laat hij de ziel het leven op eigen houtje ervaren. Toch begrijpt de ziel uiteindelijk haar ware doel en bestemming: de hereniging met het Goddelijke. Door dit verhaal benadrukt ‘Attar een centraal thema van het soefisme, namelijk het besef dat het uiteindelijke doel van het leven de vereniging van de ziel met God is.

Respect en troost

Een andere anekdote die het respect van de mysticus voor dieren benadrukt komt van de Perzische dichter Nezami (gest. 1209). Hij vertelt een verhaal over Rabe’a al-‘Adaviyya (gest. 801), de eerste prominente vrouwelijke islamitische mysticus. Tijdens een reis door een hete woestijn zag Rabe’a een hond die op het punt stond te sterven van dorst. Bewogen door medelijden knipte ze haar lange haar af, vlocht het tot een touw en liet het in een put zakken om water te halen voor het lijdende dier. Rabe’a’s vriendelijkheid tegenover dieren is een terugkerend thema in haar verhalen, vooral omdat ze vegetariër was en een hechte band met dieren had. Haar daden weerspiegelen de soefi-idealen van barmhartigheid, nederigheid en liefde voor dieren.

 

De hond heeft een fascinerende en blijvende plaats in de Perzische cultuur, geworteld in oude tradities, literatuur en mystiek. Een van de iconische voorstellingen komt voor in het beroemde liefdesverhaal Leyli en Majnun, geliefd in de gehele islamitische wereld. In dit verhaal vindt de smachtende Majnun troost in de aanwezigheid van een hond uit Leyli’s steeg. Voor hem wordt de hond een dierbare verbinding met zijn geliefde. Alles wat met Leyli te maken heeft, wordt geheiligd en verandert in een reliek van devotie. In de Perzische schilderkunst wordt Majnun vaak afgebeeld terwijl hij de hond teder streelt of omhelst, een gebaar dat zijn liefde en hunkering uitdrukt. Deze beeldspraak groeide uit tot een terugkerend motief in de Perzische literaire traditie.

Prominent

Deze voorbeelden tonen hoe honden een prominente rol spelen in verschillende facetten van het Perzische leven: rituelen, literatuur en religie. In het oude Zoroastrisme beschouwde men honden als bewakers van zuiverheid, wat het diepe respect weerspiegelt dat deze dieren genoten. Ook tijdens de islamitische periode bleef deze waardering bestaan, met name binnen het soefisme. In de soefi-filosofie symboliseert de hond nederigheid en toewijding en staat hij symbool voor de menselijke ziel, verlangend naar hereniging met zijn goddelijke oorsprong. De loyaliteit van de hond resoneert eveneens in Perzische liefdesverhalen, waar hij fungeert als een verbindende schakel tussen geliefden. Voor Majnun wordt de hond een vervanging voor Leyli; zijn aanwezigheid biedt troost en roept herinneringen op aan zijn onbereikbare liefde. Dit beeld illustreert de eerbied voor honden in de Perzische cultuur, waarin zij worden gevierd als symbolen van zuiverheid, trouw en spiritueel verlangen.

Asghar Seyed-Gohrab is hoogleraar Perzische en Iraanse Studies aan het Departement Filosofie en Religiewetenschap van de Universiteit Utrecht. Uitgelichte afbeelding: possibly Ala al-Din Muhammad | “Laila Visiting Majnun in the Desert”, Folio from a Khamsa (Quintet) of Amir Khusrau Dihlavi | The Metropolitan Museum of Art (hierboven staat een detail uit dit schilderij).