Utrecht Religie Forum

Blogs en video's

Ayahuasca als een “lichamelijke technologie” – wat hebben gender, ras, en seksualiteit daarmee te maken?

Ayahuasca heeft de afgelopen twintig jaar een grote populariteit gekend in de nieuwe spirituele bewegingen in de westerse wereld in het algemeen en in Nederland in het bijzonder. Het is de naam van een brouwsel van een liaan, die caapi heet, en een andere plant die de psychoactieve component DMT bevat. Dit brouwsel kan intense psychedelische ervaringen opwekken. Het heeft een lange geschiedenis onder de inheemse bevolking van Zuid-Amerika, en wordt gebruikt in een sjamanistisch-religieuze context.

In Nederland is de drank met name een “sacrament” in de zogenaamde “Santo Daime” kerk, die vestigingen heeft in Amsterdam en Den Haag. Deze van oorsprong Braziliaanse kerk combineert een christelijke oriëntatie met een sjamanistische praxis.  Als gevolg van deze religieuze cultuur is er in de afgelopen decennia een grote hoeveelheid sjamanistische groepen en retraitecentra ontstaan die voor (betalende) deelnemers de drank met een ceremonie en/of met begeleiding aanbieden.

Wie ervaring heeft met ayahuasca, weet dat het een zeer lichamelijk ervaring is. Bekend is het fenomeen van het braken tijdens de eerste uren van een ceremonie waarbij het middel gebruikt wordt. Dit wordt in de sjamanistische terminologie ook wel la purga genoemd. Recentelijk komt ayahuasca om vele verschillende redenen steeds meer in opspraak. Na de uitspraak van een hoge rechter in Nederland, besloten veel groepen het gebruik van het illegale DMT brouwsel achterwege te laten, en een “legaal” brouwsel aan te bieden met hallucinerende truffels. Daarnaast zijn er vragen opgekomen met betrekking tot de vermeende culturele toe-eigening van deze inheemse spirituele praktijk door westerse self-fashioned sjamanen.

 Ayahuasca en andere psychedelica

Recentelijk is steeds meer veelbelovend klinisch onderzoek gepubliceerd naar de toepassing van psychedelica – met name MDMA, psylocibine, en LSD – ter behandeling van geestelijke aandoeningen. Wetenschappelijke studies tonen aan dat MDMA een enorm positieve invloed heeft op post-traumatische stress stoornissen; psilocybine zou een hoge therapeutische werking hebben op mensen met een klinische depressie; en LSD wordt voorgeschreven aan mensen die veel mentaal leed ervaren door een aangekondigd naderend levenseinde. Deze onderzoeken hebben geleid tot een ware “psychedelische revival”, zoals het ook wel wordt genoemd. Ook Netflix documentaires zoals How to Change Your Mind van Michael Pollan dragen verder bij aan de culturele invloed van psychedelica.

In het geval van ayahuasca zien we dan ook dat er een grote belangstelling hiervoor is. Anders dan bij de bovengenoemde psychedelica is er weinig wetenschappelijk onderzoek naar de mogelijk therapeutische werking van DMT of ayahuasca. Niettemin beschouwen sjamanen en gebruikers het vaak als een helend middel, zowel voor lichamelijk, geestelijk, als spiritueel lijden. Daarbij valt ook de expliciet religieus-spirituele context op waarbinnen ayahuasca doorgaans wordt gebruikt (in tegenstelling tot bijvoorbeeld MDMA of LSD) en daarnaast ook de veel lichamelijkere ervaring die het brouwsel opwekt, vergeleken met een meer “mentaal” psychedelicum.

Ayahuasca en de wetenschap

Ondanks het feit dat de relatie tussen religie, psychedelica, en lichamelijkheid overduidelijk is, is er nog niet veel aandacht voor de geesteswetenschappelijke en religiewetenschappelijke dimensie van psychedelica. Langzaam is er echter een groeiende groep antropologen, filosofen, en religiewetenschappers die zich op het domein van deze “psychedelische geesteswetenschappen” begeeft. Dit is belangrijk, niet in de laatste plaats omdat een religiewetenschappelijke benadering van psychedelica een kritische correctie kan geven op het “klinisch en cultureel enthousiasme” dat rond psychedelica en ayahuasca heeft postgevat. Daarnaast is het belangrijk om een kritische analyse te maken van de gender-, raciale, en postkoloniale spanningen die de psychedelische gezondheidscultuur blootlegt.

De antropoloog Evgenia Fotiou heeft ayahuasca beschreven als een “technologie van het lichaam”. Ze stelt dat het drinken van ayahuasca in traditionele sjamanistische context bijna altijd vooraf wordt gegaan door een dieta, waarbij bepaalde voedingsmiddelen niet worden genuttigd voor een periode van enkele uren, dagen, of zelfs weken om het lichaam ontvankelijker te maken voor de genezende werking van ayahuasca. Ze stelt dat de Amazonebewoners een ander epistemologisch (kennis) kader hebben om het lichaam te begrijpen in diens ecologische context. Dit kader zou anders zijn dan in het Westen. Het zuiveren van “energiekanalen” zou bij Amazonebewoners een belangrijke rol spelen. Hierdoor zou het menselijk lichaam op een meer harmonieuze wijze in verbinding komen te staan met de natuur.

Ayahuasca wordt in de sjamanistische traditie meestal voorgesteld als een moeder. Sommige gebruikers rapporteren ook ontmoetingen met “Mama Ayahuasca”. Deze figuur wordt ook regelmatig geassocieerd met pachamama, moeder Aarde, wat aan de hele ritualiteit ook een ecologische dimensie geeft. In de katholiek geïnspireerde Santo Daime traditie wordt moeder Ayahuasca geassocieerd met een incarnatie van Maria. Aan de andere kant kan de aanbidding van het “heilige vrouwelijke” ook juist weer geïnterpreteerd worden in de context van een patriarchale cultuur (de sjamaan is, in Zuid Amerika, vaak een man).

Ayahuasca en inclusiviteit

Cultuurwetenschapper Neşe Devenot wijst ons op het belang van een intersectionele benadering van een psychedelische cultuur. Ze merkt op dat vrouwelijke auteurs ondergerepresenteerd zijn als het gaat om de cultuur van trip reports, verslagen van de ervaringen die een gebruiker onder invloed van psychedelica heeft gehad. Ayahuasca, zegt ze, moeten we misschien beter begrijpen als een antigif tegen Westerse hegemonie en kolonialisme. Het bevat inheemse kennis die onderdrukt is geraakt, maar die juist de epistemologische (kennis) handvatten kan aanreiken om uit de ecologische catastrofe te raken waar de mensheid zich nu mee geconfronteerd ziet. Ze wijst daarbij ook op onderzoek naar de ervaringen van queer personen en seksuele minderheden. Juist de psychedelische ervaring kan een manier zijn om het heteronormatieve kader van de samenleving te doorbreken. Aan de andere kant zijn queer personen nog altijd ondervertegenwoordigd in de psychedelische revival. Net als de inheemse stemmen, worden seksuele minderheden moeilijk toegelaten in het dominante biomedische perspectief op de toepassing van psychedelica.

Inclusiviteit is dus een probleem, terwijl ayahuasca en psychedelica juist ook als middelen gezien worden om bepaalde normerende hegemonische culturele patronen te doorbreken. Daarom klinkt de kritiek op de psychedelische revival steeds luider. Nieuwe vormen van kapitalistische start-ups, de culturele toe-eigening van inheemse cultuur, dure retraite centra op Ibiza waar deelnemers duizenden euro’s betalen voor exclusieve ceremonies, worden gezien als afwijking van het spirituele en sociaal bevrijdende karakter van psychedelica.

Maartje Nevejan, regisseur van de documentaire Descending the Mountain, wat gaat over een groep zenboeddhisten die mediteert op psilocybine, zegt dat waar de psychedelische revolutie van de jaren zestig ging om bevrijding, de psychedelische revival nu de nadruk legt op heling. Dat laat zien dat er een verschuiving plaatsvindt van de nadruk op psychedelica als manier om uit je lichaam te treden (denk aan het boek Uit Je Bol, een gids over drugs uit de jaren negentig) naar juist de lichamelijke en religieuze dimensie van psychedelica zoals ayahuasca. De kritische vraag is dan: wie bepaalt wat heling is? De biomedische heteronormatieve Westerse farma-industrie of de inheemse, op ecologisch welzijn gerichte religieuze cultuur? Die vraag ligt nu in de psychedelische geesteswetenschappen op tafel.

Daan Oostveen

 

Dr. Daan F. Oostveen is als docent verbonden aan het departement filosofie en religiewetenschappen en als postdoctoraal onderzoeker aan de vakgroep gender studies van ICON. Recent publiceerde hij als co-redacteur samen met Rosi Braidotti de Edinburgh Companion for the New European Humanities. Hij schreef daarvoor onder andere een hoofdstuk over de Medical Humanities. In mei verschijnt zijn eerste monografie, Rhizomatic Belongings, bij Amsterdam University Press. Hij doet onderzoek naar belonging en feminist new materialism in de context van religie. Vorige maand publiceerde hij het artikel “Towards a new materialism in psychedelics studies” in het Special Issue van Deleuze and Guattari Studies Journal over de Psychedelic Revival, onder redactie van Patricia Pisters.