Blogs en video's
Rumi, Soefisme, en de Islamitische Traditie
De Perzische dertiende-eeuwse moslim, dichter, en mysticus Jalal al-Din Rumi is tegenwoordig razend populair. Naast enkele wetenschappelijke boeken, verschijnen er elk jaar weer nieuwe vertalingen van Rumi’s gedichten. Ook worden er romans gepubliceerd die geïnspireerd zijn op Rumi’s leven. Vooral in de Verenigde Staten is zijn populariteit de afgelopen twintig jaar ongekend groot. Rumi was rond de eeuwwisseling zelfs de meest verkochte dichter in de Verenigde Staten. Veel Hollywoodsterren en muzikanten zijn dol op Rumi. Zo liet Brad Pitt een Engelse vertaling van een gedicht van Rumi op zijn arm tatoeëren. Madonna is een bekende bewonderaar van Rumi, en Beyonce en Jay-Z vernoemden zelfs hun dochter naar Rumi.
Aan de ene kant heeft Rumi’s populariteit te maken met de ontkerkelijking in Europa en Noord Amerika en met de opkomst van het ideaal van ‘innerlijke groei’. Aan de andere kant is Rumi’s populariteit te danken aan de vertalingen van wetenschappers, dichters, soefi’s en spirituele goeroes, maar vooral aan de vertalingen van de Amerikaanse dichter Coleman Barks (geb. 1937).
Coleman Barks
Hoewel de vertalingen van Rumi’s poëzie door Barks verreweg de populairste zijn, leest Barks zelf geen Perzisch. Hij maakt gebruik van wetenschappelijke vertalingen zoals die van de Britse wetenschapper Reynold Nicholson (1868-1945). Barks schrijft vaak in zijn boeken dat hij de vertalingen van Nicholson “uit hun kooien bevrijdt” door Rumi in een traditie te plaatsen van Amerikaanse dichters zoals de 19e-eeuwse dichter Walt Whitman. Volgens Barks vertegenwoordigt Whitman de belangrijkste vorm van Amerikaanse poëzie door zijn zoektocht naar de essentie van de ziel. Bovendien leidt zijn specifieke interpretatie van Rumi’s poëzie ertoe dat Rumi’s positie binnen de islamitische traditie wordt herzien. Deze wordt namelijk buiten deze traditie geplaatst, waarbij islamitische termen en verwijzingen in Rumi’s poëzie worden genegeerd. In zijn The Essential Rumi, gepubliceerd in 2004, stelt Barks bijvoorbeeld dat hij Rumi niet beschouwt als een islamitische filosoof en dichter, maar in plaats daarvan als iemand die tot geen enkele geïnstitutionaliseerde of georganiseerde religie behoort. In een ander boek zet hij deze redenering voort. Hij impliceert dan dat Rumi geen verschil zag tussen verschillende religieuze tradities:
Rumi’s poëzie is van iedereen, en zijn drijfveer was gericht op ervaring in plaats van op enige taal of doctrine daarover: onze levens zijn teksten, meer dan boeken, of het nu de Koran, het Evangelie, de Upanishads of een soetra is. (Barks, The Soul of Rumi: A New Collection of Ecstatic Poems, 9)
Rumi en westers humanisme
Barks is echter niet de enige die Rumi loskoppelt van zijn islamitische context en hem leest in het licht van een Amerikaanse New Age spiritualiteit die wordt gekenmerkt door een afwijzing van religieuze instituties en een neiging om bepaalde aspecten van verschillende religieuze tradities in een grote smeltkroes te werpen. Hedendaagse lezers geloven vaak dat Rumi’s gebruik van thema’s zoals wijn, homo-erotiek, en muziek in zijn poëzie erop wijst dat hij de islamitische formaliteiten en rituelen zoals bidden, vasten en het bezoeken van de moskee heeft losgelaten. Mensen die hem wel als moslim erkennen, zijn er vaak van overtuigd dat hij een atypische, zachtaardige moslim was die zich op de rand van de islamitische traditie bevond. Rumi’s ideeën worden dan zo geïnterpreteerd dat deze verenigbaar zijn met een westers humanisme dat vaak als universele waarheid wordt gepresenteerd. De manier waarop Rumi buiten de islamitische traditie wordt geplaatst is niet beperkt tot Europa en Noord Amerika. Iraanse en Turkse seculiere intellectuelen die Rumi’s poëzie gebruiken in hun politieke ideeën echoën vaak dezelfde sentimenten.
Rumi en het oriëntalisme
Het negeren van Rumi’s innige verbondenheid met de islam is niet nieuw. Dit past in een Europese, oriëntalistische traditie. Al sinds de eerste Europese academici die de ‘Oriënt’ bestudeerden in de zeventiende eeuw, worden soefisme, islamitische mystiek, en mystieke dichters gezien als fenomenen die buiten de islamitische traditie zouden staan, en eigenlijk niet bij de islam zouden horen. Vooral de thema’s van homo-erotiek, wijn, en kritiek op islamitische geestelijken – terugkerende en alomtegenwoordige thema’s binnen de Perzisch-islamitisch literaire traditie – maken dat soefisme tot op de dag van vandaag door moderne lezers in Europa vaak wordt gezien als iets dat dichter bij het ‘verlichte Europa’ zou staan dan bij de islam.
Sir James Graham over Rumi
Er zijn veel voorbeelden, maar een interessante is die van Sir James Graham (1792-1861), luitenant van de British East India Company. Graham was naast zijn werk bij de East India Company ook oriëntalist. Zijn publicaties werden zeer gewaardeerd. In een ervan legt hij een verband uit tussen het soefisme en de islam. Zo stelt hij dat: “Met betrekking tot de religie, of beter gezegd de doctrine en principes van de soefi’s, moet allereerst worden opgemerkt dat iedere persoon, of iemand van welke religie of sekte dan ook, een soefi kan zijn.” In andere woorden, binnen het soefisme speelt de islamitische traditie een zeer kleine rol. Het voorbeeld van Sir James Graham laat niet alleen zien hoe het soefisme al vroeg buiten de islamitische traditie werd geplaatst, maar ook hoe kolonialisme een rol speelde bij de totstandkoming van wetenschappelijke kennis omtrent islam en soefisme.
Rumi als moslim
Echter, terwijl oriëntalisten het soefisme als ‘onislamitisch’ zien, beschouwen veel moslims het al eeuwen als een intrinsiek onderdeel van de islam. Dit zien we bijvoorbeeld aan de hand van de enorme hoeveelheid commentaren die door de eeuwen heen over Rumi’s poëzie zijn geschreven en tot op de dag van vandaag gebruikt worden om islamitisch-theologische vragen te beantwoorden.
Het was de islamitische traditie zelf die een intellectuele basis vormde waar soefidichters zoals Rumi en zijn voorgangers op voortborduurden om zo de grenzen op te zoeken van wat de islam inhoudt. Is uiterlijk vertoon belangrijk, of gaat het eigenlijk meer om innerlijke vroomheid? Wat is een goede moslim? Dit soort vragen werden al door verschillende voorlopers van Rumi gesteld, meestal in poëzievorm. Poëzie was een van de populairste schrijfvormen voor Perzische theologische verhandelingen in die tijd.
Een van de mooie aspecten van poëzie is dat het op meerdere manieren geïnterpreteerd kan worden en daardoor mensen van verschillende plaatsen en tijden kan inspireren. Echter, als we de algehele filosofieën van deze middeleeuwse dichters en de literaire en religieuze context waarin ze hun poëzie schreven negeren, dan veranderen we historische figuren in iets waarvan we denken dat zij dat moeten zijn en zien we het bewijs dat ze iets anders waren over het hoofd. Het is belangrijk om in gedachten te houden dat Rumi’s versregels centraal hebben gestaan in de ontwikkeling van soefipoëzie en het islamitische gedachtengoed in het algemeen. Het herdefiniëren van zijn plaats binnen de islamitische traditie en de manier waarop zijn poëzie omgaat met indringende theologische vragen, verandert onze perceptie van de islam en de islamitische geschiedenis. Het lijkt erop dat we juist vandaag, in tijden van radicaal extremisme en polarisatie, meer aandacht moeten besteden aan Rumi’s ideeën van liefde en tolerantie, hoe deze zijn geïnspireerd door de islamitische traditie, en hoe die ideeën de ontwikkeling van het islamitische gedachtengoed hebben gevormd. Het onderstreept de noodzaak om naar Rumi als moslim te luisteren, en de intentie van zijn poëzie te benaderen door middel van zijn eigen definities van islam en religie, niet de onze. Hoewel we misschien nooit precies zullen weten wat Rumi bedoelde, kunnen we op zijn minst proberen zo dicht mogelijk in de buurt te komen. Het lijkt alsof Rumi zelf met een ongelooflijke visie en vooruitziende blik zinspeelt op de manier waarop we zijn poëzie moeten benaderen, door in het eerste boek van zijn Masnavi te schrijven,
هر کسی از ظن خود شد یار من
از درون من نجست اسرار من
Iedereen werd mijn vriend op basis van zijn of haar eigen mening,
Niemand zocht mijn geheimen vanuit mijn binnenste. (Rumi, Masnavi, I, 6)
Maarten Holtzapffel
PhD kandidaat aan het Departement van Filosofie en Religiewetenschappen van de Universiteit Utrecht, gespecialiseerd in Perzische mystieke poëzie.
Voorpagina: Masnavi van Jalal al-Din Rumi, gedateerd 1488–89 n.C., The Metropolitan Museum of Art
https://www.metmuseum.org/art/collection/search/446547
Deze blog is een aangepaste versie van mijn presentatie op het Rumi-symposium bij de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), 20 december 2023.